In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is de wifiverbinding niet hetzelfde als de internetverbinding. Wifi is een functie van uw modem of router die ervoor zorgt dat apparaten draadloos verbinding kunnen maken met het netwerk. U kunt dus wel verbinding hebben met uw wifi, maar nog steeds geen internettoegang hebben als de internetverbinding om wat voor reden dan ook verbroken is.
Een andere veelvoorkomende – en hardnekkige – misvatting is dat de internetprovider verantwoordelijk is voor uw wifi. Dat is niet het geval. De afnemer van een internetabonnement is zelf verantwoordelijk voor de wifi op locatie. Wifi kan namelijk verstoord worden door de ligging van het pand, andere wifisignalen in de buurt en andere draadloze signalen in de omgeving. Allemaal zaken waarvoor de provider niet verantwoordelijk gehouden kan worden.
Het maakt niet uit bij welke provider u zit – ze beloven of garanderen vrijwel allemaal perfecte wifi. Strikt genomen zouden ze dat niet moeten doen, want zoals hierboven uitgelegd, kan een provider geen verantwoordelijkheid dragen voor de omstandigheden bij de klant thuis. Wat een provider in werkelijkheid belooft of garandeert, is dat u alle middelen krijgt om zelf een goed functionerend wifinetwerk op te zetten. Dat betekent dat ze moeten zorgen voor een sterk bekabeld signaal, wifi-apparatuur leveren die voor de gemiddelde gebruiker goed werkt, en duidelijke informatie bieden over het instellen van deze apparatuur. Veel providers bieden daarnaast een installatiemonteur aan die het netwerk eenmalig komt instellen. Desondanks blijft de eindverantwoordelijkheid voor de wifiprestaties bij de gebruiker zelf.
Lees verderNu we weten dat we zelf verantwoordelijk zijn voor onze wifi, is het handig om een beeld te krijgen van hoe wifi eigenlijk werkt. Voor goede wifi is het van groot belang dat het internetsignaal van je internetprovider in orde is – dit vormt immers de basis. Meestal kunnen de signaalwaarden in het modem gecontroleerd worden; zo niet, dan is contact opnemen met je provider doorgaans eenvoudig.
Als blijkt dat het internetsignaal in orde is, is het tijd om dieper in te gaan op de werking van wifi. In de modem-router van de provider wordt het bedrade internetsignaal meestal omgezet in een draadloos signaal. De meeste mensen beschikken tegenwoordig over dualband-wifi. Dat betekent dat het wifisignaal wordt uitgezonden over twee tot vier frequentiebanden: één op de 2,4 GHz-band en één op de 5 GHz-band. Nieuwere apparatuur kan ook gebruikmaken van de 6 GHz-band.
Deze frequentiebanden zijn vervolgens onderverdeeld in wifikanalen. Door de wifikanalen aan te passen aan wat er in de omgeving van de wifilocatie gebeurt, is het mogelijk om de lokale wifi en die van omliggende netwerken via verschillende frequenties langs elkaar te laten werken. Op deze manier verstoren ze elkaar zo min mogelijk.
Tot slot is het belangrijk te beseffen dat wifi via de lucht wordt verzonden. Daardoor is het gevoelig voor verstoring. Hoe goed alles ook is ingesteld en hoe goed de apparatuur ook is: wifi zal altijd een zekere mate van instabiliteit houden. Deze verstoringen door omgevingsfactoren noem je interferentie. Naast interferentie van andere wifinetwerken zijn er talloze andere storingsbronnen – zowel draadloos als fysiek – die het signaal kunnen dempen, reflecteren of blokkeren.
In de afgelopen jaren zijn nieuwe wifi-standaarden in opkomst, waaronder Wi-Fi 6E en Wi-Fi 7. Deze maken gebruik van een extra frequentieband: 6 GHz. Deze band is veel minder druk dan de traditionele 2,4 GHz- en 5 GHz-banden, waardoor je minder last hebt van interferentie en vaak hogere snelheden en lagere latentie kunt behalen.
Wi-Fi 6E biedt meer capaciteit voor drukke huishoudens en kantoren, terwijl Wi-Fi 7 vooral gericht is op extreem hoge snelheden, betere stabiliteit en lagere vertraging. Voor optimaal gebruik is wel een geschikte router én compatibele apparaten nodig.
Hoewel 6 GHz nog niet overal volledig is uitgerold of ondersteund, is het zeker het overwegen waard bij de aanschaf van nieuwe apparatuur – vooral als je veel gebruikmaakt van online videobellen, gamen of remote desktopverbindingen. Toch blijft het advies bij deze laatste opties om voor de stabiliteit zoveel mogelijk apparatuur via een UTP-kabel aan te sluiten.